Heupdysplasie (HD) bij honden

Heupdysplasie (afkorting HD) is een afwijking aan de heupgewrichten waarbij de ontwikkeling van de heupen bij een jong opgroeiende hond niet normaal verloopt en de gewrichten ernstig misvormd kunnen worden.

In het algemeen kan worden gesteld dat grote en middelgrote honden vaker aan heupdysplasie lijden dan kleine rassen en dat het bij bepaalde rassen vaker voorkomt dan bij andere. Ook bij rasloze honden komt HD voor.

Oorzaken
Erfelijk – HD-vrije ouders kunnen pups krijgen die wel HD ontwikkelen. Andersom kunnen ouders met HD ook HD-vrije pups krijgen. De kans op het laatste is echter een stuk kleiner. Het wordt dan ook ten sterkste afgeraden om met honden te fokken die HD hebben. HD is dus door selectief fokken nooit volledig te elimineren.
Overvoeding – Puppies die tijdens de groei te dik zijn hebben een verhoogde kans om later HD klachten te ontwikkelen.
Percentage lichaamsvet – Rassen die veel lichaamsvet hebben bijv. de Sint Bernard hebben een groter risico om HD te ontwikkelen.
Traplopen – Als u uw hond te vroeg laat traplopen (voor 1 jaar) bestaat er een groter kans dat uw hond HD klachten ontwikkeld.
Spierontwikkeling – Als de spierontwikkeling van uw hond onvoldoende is krijgen de heupen het zwaarder te verduren wat de kans op HD groter maakt.

HD is wat we noemen een multifactoriële ziekte: er zijn vele oorzaken.
Waarschijnlijk zijn nog niet alle oorzaken bekend.

Symptomen
Moeilijk opstaan;
Koehakkige stand van de achterbenen(de hakken worden naar binnen gedraaid);
Een stijve/waggelende achterhand met lopen;
Slechtere uithoudingsvermogen;
Lopen met een gebogen rug;
Kreupel in één of beide achterbenen;
Problemen met springen;
Niet graag of moeilijk gaan zitten;

Behandeling
Er bestaat geen medicijn waarmee heupdysplasie te genezen is. Wel zijn er behandelingen en medicijnen waarmee verergering wordt voorkomen of pijnklachten worden verminderd.
Het is niet zo dat één bepaalde behandeling de beste resultaten geeft bij alle honden. Welke behandeling wordt ingesteld is afhankelijk van verschillende factoren.

De volgende behandelingen zijn mogelijk:
Conservatieve behandeling (= niet operatief ) – is bruikbaar bij honden met milde symptomen of bij honden die voor het eerst symptomen van kreupelheid vertonen. Met deze behandeling worden een aantal factoren geoptimaliseerd:
De verhouding gewicht/bespiering
Het geven van ontstekingsremmende middelen
De beweging wordt geoptimaliseerd
Bekkenkanteling (TPO = triple pelvic osteotomy) – Bij de bekkenkanteling wordt het bekken op 3 plaatsen doorgezaagd om vervolgens de heupkom over de heupkop te kantelen. De hond moet deze operatie op jonge leeftijd ondergaan voor een goede prognose.
JPS (juvenile pubic symphysiodesis) – De groeischijf die zich in het midden van het bekken bevindt, wordt met een elektrische mes behandeld zodat de groeischijf zich sluit. De onderzijde van het bekken groeit daarna niet meer maar de bovenzijde wel, waardoor de heupkoppen makkelijker in de heupkommen kantelen. Voorwaarde is dat de hond niet ouder is als 16-20 weken.
Heupkop verwijdering – Dit is een behandeling om pijn te bestrijden en heeft niet het doel om het heupgewricht beter te laten functioneren. De bilspier moet het dijbeen gaan steunen en zullen “de last” moeten gaan dragen. Deze behandeling is bij kleine en middelgrote honden wel mogelijk, bij grote rassen is dit zeker niet aan te raden.
Heupprothese – Net als bij de mens kan ook bij de hond een heupprothese geïmplanteerd worden. De revalidatie zal echter optimaal moeten verlopen anders is deze behandeling tot mislukken gedoemd. De kosten van het plaatsen van een heupprothese zijn hoog (denk aan duizenden euro’s), maar de resultaten zijn goed indien de bespiering voldoende is en de hond nog voldoende vitaal is.