Ringtraining
Wil je in de toekomst met je pup meedoen aan clubmatches of hondenshows dan is het goed om een cursus ringtraining te volgen. Ringtraining helpt jou je hond op de juiste manier aan de keurmeester te tonen.
De showring
Tijdens een hondenshow wordt de hond gekeurd door een keurmeester. De keurmeester moet de hond kunnen beoordelen in stand en in beweging en om een goed totaalbeeld te krijgen moet hij de hond kunnen betasten. Hierbij is de ene hond makkelijker dan de andere.
Na de keuring krijg je een keurrapport. Elk keurrapport wordt afgesloten met een kwalificatie. De keurmeester heeft op grond van het Kynologisch Reglement vier mogelijkheden: uitmuntend, zeer goed, goed, en matig. Een vijfde mogelijkheid is echter ook toepasbaar, de keurmeester kan een hond ook diskwalificeren. In de baby- en puppyklasse worden alleen de kwalificaties veel belovend, belovend en weinig belovend gegeven.
Het is belangrijk dat je ervoor kunt zorgen dat de hond zich zo goed mogelijk toont. Daarbij helpt het volgen van ringtraining.
De hond moet dus goed en rustig in stand kunnen staan en zich zonder problemen kunnen laten betasten. Verder moet hij goed zijn gangwerk kunnen tonen. Om het beste resultaat te bereiken is het belangrijk dat de hond goed wordt voorgebracht en zich goed laat showen.
De cursus ringtraining is er speciaal voor om te leren hoe je de hond zo goed mogelijk voor kunt brengen in de showring. Een hond die tijdens de ringtraining heeft geleerd te worden betast vindt dit op een keuring niet vreemd. De begeleider en hond die weet wat er van hen wordt verwacht presenteert zich beter.
De ringtraining
De ringtraining is er op gericht om je te leren je hond zo goed mogelijk voor te brengen in de ring. Hiervoor worden tijdens de trainingen vaak de situatie in de ring zo goed mogelijk nagebootst. Er wordt onder andere geoefend op:
- In stand zetten en blijven staan;
- Gebit tonen;
- Betasten;
- Gangwerk tonen in een driehoek en op en neer.
De trainer zal tijdens de ringtraining je hond bekijken met het blik van een keurmeester. Op die manier kan hij je wijze raad en goede tips geven om je prestatie te verbeteren, zodat je jouw hond op de show zo goed mogelijk uit kunt brengen.
De instructeur kan je ook op bijvoorbeeld schoonheidsfoutjes wijzen en je vertellen hoe je dit foutje het beste kunt verbergen of weg kunt showen, ook kan hij je advies geven om op je kleding te letten. Heb je een zwarte hond, dan kan het zijn dat het niet handig is om bijvoorbeeld een zwarte broek aan te hebben daar de hond dan wegvalt in de kleur van je kleding.
Ook wordt je geleerd hoe het er op een show aan toe gaat en wat voor kwalificaties je allemaal op de hondenshow kunt krijgen.
Het is handig om zo vroeg mogelijk met ringtraining te beginnen. Als je een pup hebt en al weet dat je met deze hond naar shows wilt gaan, dan kun je al direct met de pup beginnen aan de cursus ringtraining.
Waar kun je ringtraining volgen
Bij Kynologenverenigingen (ook wel KC’s genoemd), regionale verenigingen en hondenscholen worden cursussen ringtraining gegeven. Het is daarom altijd wel mogelijk om ergens bij je in de buurt een cursus ringtraining te volgen.
Er zijn verenigingen die een cursus hebben van een bepaald aantal lessen waarin een bepaalde opbouw zit. Anderen hebben een vast wekelijks uur waarop belangstellende al dan niet na aanmelding kunnen komen trainen.
Geschiedenis van de ringtraining
Ringtraining is bedoeld voor eigenaren van rashonden die naar shows gaan om ervoor te zorgen dat de hond zich op de show goed presenteert. Het is één van de oudste disciplines in de kynologie en is ongeveer twee eeuwen geleden ontstaan.
Sinds eind 1900, het begin van de georganiseerde kynologie, worden rassen beschreven in standaards. Dit houdt in dat een hond van een bepaald ras aan bepaalde eisen moet voldoen. Rassen moeten erkend worden door de FCI. Er zijn momenteel meer dan 330 internationaal erkende hondenrassen en af en toe komen er hondenrassen bij.
Deze hondenrassen zijn ingedeeld in tien rasgroepen. De hondenrassen in deze rasgroepen hebben vaak een gezamenlijk kenmerk in uiterlijk, karakter of in het werk of gebruik dat de rassen vroeger en soms ook nu nog uitvoeren.
- FCI groep 1: Herdershonden en veedrijvers;
- FCI groep 2: Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden;
- FCI groep 3: Terriërs;
- FCI groep 4: Dashonden
- FCI groep 5: Spitsen en oertypen;
- FCI groep 6: Lopende honden en zweethonden;
- FCI groep 7: Voorstaande honden;
- FCI groep 8: Retrievers, Spaniels en Waterhonden;
- FCI groep 9: Gezelschapshonden;
- FCI groep 10: Windhonden.
Op de hondenshow wordt er volgens deze FCI- indeling en volgens de rasstandaard gekeurd. De keurmeester bekijkt dus of de rashond aan de standaard voldoet. Als je hond dus veel goede resultaten haalt past hij goed binnen de rasstandaard van zijn ras.